Jeltje van Nieuwenhove werd in 1998 de eerste vrouwelijke voorzitter van de Tweede Kamer. Ze was al sinds 1981 lid van de Tweede Kamer en had er in 1994 genoeg van om steeds op en neer te reizen tussen haar woonplaats Amsterdam en Den Haag. Ze streek neer in het Oude Centrum, waar ze na dertig jaar nog steeds met veel plezier woont. In haar appartement aan de Gedempte Burgwal spreken we haar, niet over politiek, maar over het Oude Centrum.
Alles dichtbij huis
Jeltje van Nieuwenhoven is geboren in het Friese Noordwolde. Hier begon ze haar carrière als bibliothecaris. Dat ze nog steeds veel leest is te zien aan de omvangrijke boekenkast in de woonkamer. Ze is inmiddels tachtig jaar en pas zes jaar geleden gestopt als gemeenteraadslid in Den Haag voor de PvdA. Levendig vertelt ze over haar geschiedenis in de wijk. Jeltje: “De belangrijkste reden om in het Oude Centrum te gaan wonen is geweest, dat alles zo dichtbij was. Ik kon zelfs vaak even thuis gaan lunchen en als ik dringend nodig was in de Tweede Kamer, werd ik opgepiept en was ik er binnen 5 minuten. Ik ben heel blij met mijn appartement en het zicht op de gevels van oude gebouwen aan de overkant. Helaas is het zicht op de prachtige Nieuwe Kerk door nieuwbouw belemmerd geraakt.” In dertig jaar heeft Jeltje veel zien veranderen: “De buurt is mooier en schoner geworden, maar we zijn er nog niet.” Veel dingen veranderen gelukkig nog steeds. “Ik vind het leuk als je uit een steegje plotseling in de sterk vergroende Nieuwe Molstraat terechtkomt. Bewoners willen een leefbare buurt en hebben hier samen met de gemeente veel aan gedaan. Ook de Wagenstraat is veel aantrekkelijker geworden door de aanleg van groen, evenals de Boekhorststraat, die al vaak opknapbeurten heeft gehad.“
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Blijvende discussies
Over andere zaken blijft de discussie voortduren. Jeltje: “Ik vind parkeren een interessant probleem, waar de meningen vaak over verschillen. Het stadscentrum moet autoluw zijn om aantrekkelijk te blijven. Ik denk dat geheel autovrij maken (afgezien van toeleveranciers), zoals sommigen willen, niet haalbaar zal zijn. Maar we moeten in ieder geval voorkomen dat automobilisten een half uur rondjes rijden om een parkeerplek te vinden. Toen ik raadslid was, vroeg de eigenaar van slijterij en museum Van Kleef of het mogelijk was vier parkeerplaatsen aan te leggen waar auto’s van bezoekers een half uur konden staan. Dat is echter niet te handhaven.” Positieve voorbeelden zijn er ook: “Dankzij de discussie over het weren van fietsen in de Grote Marktstraat is de verkeersafwikkeling op de Gedempte Gracht en Gedempte Burgwal verbeterd en is de straat veiliger geworden.” De prostitutie in de Doubletstraat blijft een lastig dilemma. “De omwonenden vinden dat de leefbaarheid achter blijft, maar we moeten ook denken aan de vrouwen die er werken.”
Liefde voor de wijk
“Ik vind dat Den Haag een goede beurt heeft gemaakt door in het Oude Centrum ook de Chinese wijk te vestigen. De viering van het Chinese Nieuwjaar is een prachtig kleurrijk schouwspel. Ook de Grote Marktstraat heeft een heel bijzondere stempel gekregen: het is de meest multiculturele en gemengde winkelstraat van Nederland geworden. Het Helena van Doeverenplein is behoorlijk aan het opknappen en het gebouw De Helena heeft een belangrijke culturele functie gekregen.” “Als ik langs het beeld van Spinoza aan de Paviljoensgracht kom, groet ik hem altijd even. Hij is een van de mooiste filosofen geweest. Hij was een religieus mens, die verdraagzaam was tegenover mensen met een andere geloofsovertuiging. Hij was zijn tijd ver vooruit waar het vrijheid van meningsuiting betreft. Mooi dat zijn grafmonument nog in de tuin van de Nieuwe Kerk staat. De kerk zou volgens mij veel meer gebruikt moeten worden voor concerten, want die heeft een prachtige klank. Ik vind het gebouw van stadhuis en bibliotheek ook heel geslaagd en mooi.” Tijdens haar wandelingen door het Oude Centrum slaat ze ook de restaurants niet over. “Vooral de terrasjes van de Avenue Culinaire op de (Dunne) Bierkade zijn belangrijk en sommige zijn extra gezellig door hun ligging op het water.”
Tekst: Jan Elsinga | Foto buiten: Arjen Fokkema