Bij veel straatnamen die je tegenkomt in de wijk sta je niet stil. Een straatnaam is gewoon een straatnaam, toch? Onze redacteur Jan ontdekte een fascinerende geschiedenis achter de naambordjes van de Voldersgracht en (Achter) Raamstraat. Een geschiedenis die teruggaat naar de veertiende en vijftiende eeuw en een inkijkje geeft in een voor ons onherkenbaar middeleeuws Den Haag.
Tekst gaat verder onder afbeelding
Plattegrond van Den Haag, Jacques de Gheyn (II), 1598. .
1. Voldersgracht, 2. Raamvelden, 3. Lange Gracht (nu Gedempte Gracht) 4. Anthonisburgwal (nu Gedempte Burgwal)
De Haagse lakenindustrie
In de veertiende en vijftiende eeuw had Den Haag een bloeiende lakenindustrie. Laken was een wollen stof die werd gebruikt voor luxe kleding. Via het Spui en de Trekvliet had Den Haag een verbinding met de Maas en kon ruwe wol vanuit Engeland en Schotland worden aangevoerd. De rijke lakenhandelaren kochten deze ruwe wol in om te laten bewerken. Om tot mooie stoffen te komen moest de ruwe wol eerst worden gewassen en gekamd. Daarna werd het in de gewenste kleur geverfd en gesponnen tot garen. Dit garen konden wevers gebruiken om lakens van te weven.
De Voldersgracht
De lakens waren, ondanks het wassen en kammen, nog steeds erg ruw. De volgende stap was dus het vollen van de lakens. De vollers wreven de nog ruwe lakens in met vet en zogenaamd vollersaarde (een soort klei) en lieten ze daarna weken in een mengsel van water en urine. Vervolgens liepen de vollers dagenlang met hun blote voeten over de lakens in de kuipen om de lakens te kneden. Het eindresultaat van het vollen waren zachte, soepele en waterafstotende lakens. Het werk van de vollers was zwaar en werd slecht betaald. Het is dus niet zo gek dat juist van vollers de eerste Haagse arbeidersstakingen bekend zijn.
Na het vollen moest het afvalwater ergens naartoe worden afgevoerd. Om dit makkelijk te kunnen doen werd kort na 1400, als zijtak van het Spui (toen nog water), de Lange Gracht gegraven. Later werd een sloot dwars op deze gracht gegraven om ook door vollers te worden gebruikt. Deze nieuwe sloot kreeg de naam Voldersgracht.
Prentbriefkaart van markt op de Voldersgracht in Den Haag met groep mensen, ca. 1902. Collectie Joods Historisch Museum, Amsterdam.
De Raamstraat en de Achter Raamstraat
Op de raamvelden werden vervolgens de lakens op grote droogrekken gespannen om te drogen. Deze droogrekken noemde men ‘ramen’. Het terrein van deze raamvelden liep van de huidige Lutherse Burgwal tot aan de Achter Raamstraat en was omgeven door sloten.
Het einde van de Haagse lakenindustrie
Richting het eind van de zestiende eeuw ging het Den Haag economisch niet meer voor de wind. Door allerlei economische en politieke redenen verdween de lakenindustrie rond die tijd uit Den Haag. Het voormalig lakenindustriegebied werd volgebouwd met kleine huizen, die zo dicht op elkaar waren gebouwd dat er niet of nauwelijks daglicht binnen kon komen.
De woningen hadden geen riool dus al het afvalwater belandde nog steeds in de grachten. Het water in de grachten stond stil en verschillende plannen om de doorstroming te bevorderen waren niet succesvol. In de negentiende eeuw was de stank zo erg dat werd besloten de grachten te dempen. De Lange Gracht en de Anthonisburgwal werden in 1825 gedempt. Zij heetten voortaan Gedempte Gracht en de Gedempte Burgwal.
In 1925 werd de Grote Marktstraat dwars door het gebied aangelegd. Veel van de woningen moesten hiervoor tegen de vlakte. De Voldersgracht en de Raamstraat werden hierdoor in tweeën geknipt. Sindsdien zijn er nog meer gebouwen gesloopt en opnieuw opgebouwd waardoor het middeleeuwse Oude Centrum niet meer zichtbaar is. Behalve op de straatnaambordjes natuurlijk.
Tekst: Jan Elsinga | Foto’s: Jan Elsinga en archieven